Is meer salaris bieden genoeg om personeelstekorten op te lossen?
nu.nl
dinsdag 9 augustus 2022
Human Resources

De krapte op de arbeidsmarkt wordt steeds groter. Vooral voor werk met de handen zijn bijna geen mensen te vinden. Een hoger salaris bieden wordt vaak als dé oplossing genoemd. Maar emeritus hoogleraar sociale geschiedenis Jan Lucassen weet dat er meer nodig is om een baan aantrekkelijk te maken.

Zijn de tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen als we de laagopgeleiden beter belonen?

Lucassen: “Een betere beloning van beroepen is economisch gezien dé manier om tekorten op te lossen. Als je meer betaalt, krijg je het ook. Dat is marktwerking. Maar op de arbeidsmarkt werkt dat niet. Er zit sowieso vertraging in. Mensen moeten eerst opgeleid worden, dat kost tijd. Ook onze opvattingen over werk spelen een grote rol. We vinden dat als iemand zijn best doet, dat iets moet opleveren. Maar waarom verdien ik als hoogleraar meer dan vele anderen? Universitaire banen worden beter beloond en dat is eigenlijk een heel raar iets.”

Dus we moeten minder naar diploma’s kijken?

“Nederland is een diplomamaatschappij. Vanaf de dertiende eeuw worden intellectuelen al hoger gewaardeerd. Er waren heel veel analfabeten, hoogopgeleiden waren schaars en werden dus beter betaald. Maar in de huidige maatschappij is dit uit de hand gelopen. Een chirurg moet lang studeren en gaat inderdaad over leven en dood. Maar een verpleegkundige doet dat net zo goed en die verdient veel minder. Gedeeltelijk kun je zeggen dat diploma’s ertoe doen, het levert meer kennis op. Maar er is een overwaardering voor papiertjes.”

“We willen dat onze kinderen later trots kunnen zijn op hun werk. We denken dat dat niet kan als ze iets doen waar minder papiertjes voor nodig zijn.”

Zou de overheid iets kunnen doen om de situatie te veranderen?

“De ene werknemer heeft meer talent dan de ander. Een goede baas doet er alles aan om zo iemand te behouden. Maar je mag iemand niet altijd meer salaris geven, omdat de loongebouwen zo star zijn. Die moet je aanpakken. De overheid kan daar inderdaad bij helpen.”

“Maar het gaat ook om de relatie tussen de laagste en de hoogste lonen. De Balkenendenorm regelt hoeveel meer topfunctionarissen mogen verdienen ten opzichte van de laagste lonen. De norm moet omlaag. Als de hoge salarissen niet meer zo ver boven de lage salarissen mogen liggen, dan zouden de lage lonen omhooggaan. Het verschil dat nu bestaat is voor mensen niet meer logisch of te begrijpen, dat doet wat met hun motivatie en inzet.”

Een beter salaris kan werk aantrekkelijker maken. Maar veel hoogopgeleiden willen bepaalde beroepen niet uitvoeren. Hoe lossen we dat op?

“Op de universiteit leer je autonoom denken, daardoor ga je dat heel belangrijk vinden in je werk. Universitair geschoolden willen heel veel werk niet doen omdat er weinig in te denken valt. Maar stel dat we de koffersjouwers op Schiphol eens serieus zouden vragen mee te denken over hun werk. Wat zou er dan gebeuren? Het probleem is dat er ontzettend veel grote organisaties zijn in ons land, met veel tussenbazen en hiërarchie. Dat gaat ten koste van de autonomie. Terwijl dit medebepalend is voor de status van een beroep.”

“Wat ook meespeelt is dat we denken dat als iets goedkoop is, het niet goed kan zijn. Een koffersjouwer verdient weinig, dus dat werk kan niet veel zijn. Dan vertel je er op verjaardagen ook niet over. Maar als je universitair geschoold bent en intellectueel werk doet, praat je daar vaak juist heel trots over. Mijn zwager verdiende in Australië als lasser veel meer dan voor precies hetzelfde werk in Nederland. In Australië kon hij wél honderduit over zijn werk vertellen.”

Hier sturen we onze kinderen liever naar de universiteit.

“Ja, we willen het beste voor onze kinderen. We willen dat ze een goede baan krijgen. Daarom vinden we het lastig als ze vmbo-advies krijgen. Want ja, dan moeten we toch naar een bepaald type school, met – zo denken we – een bepaald type leerlingen. We willen ook dat ze later trots kunnen zijn op hun werk. We denken dat dat niet kan als ze iets doen waar minder papiertjes voor nodig zijn. Maar zo houden we de ongelijkheid in stand. Mensen willen echt wel werken, als ze maar autonomie hebben en er een fatsoenlijke beloning tegenover staat.”

Deel